Select Page

GUILLAUME VAN KEIRSBULCK GIET EEN BIDON LEEG OVER ZIJN HOOFD. HIJ REED IN DE KOPGROEP GISTEREN. FOTO PHOTO NEWS

Krachten sparen – Hoe komen niet-sprinters de vlakke etappes door? ‘Vreten, vreten, vreten. Je eet zoveel als je kan.’
KICK HOMMES (Trouw woensdag 11 juli 2018)

Het is warm, het is loom, het is kalm. Maar opeens is het poef. Dat is zo ongeveer het scenario van de eerste ritten in de Tour de France van dit jaar. Sprinters moeten vlammen, maar achterin het peloton is het vooral krachten sparen. Hoe wordt dat gedaan?

Dat is een vraag voor Marco Minnaard, de Nederlander in Belgische dienst bij Wanty-Groupe Gobert. Hij zag Fernando Gaviria niet winnen in Sarzeau, gisteren. Hij had het al druk genoeg om zijn kopman Guillaume Martin na een val terug te rijden naar het voorste deel van het peloton – iets wat uiteindelijk mislukte. Na afloop pufte hij uit. “Man, dit is hectisch.”

Voor Minnaard moet de Tour eigenlijk nog beginnen. In de bergen is hij beter. Daarom probeert hij in dit deel van de Tour eigenlijk zo weinig mogelijk te doen. Ja, eten en drinken. Hij eet ieder half uur een broodje of een reep. En iedere dertig tot veertig minuten een bidon. Dan komt hij uit op zo’n acht bidons per dag.

Energie sparen, dat is zo weinig mogelijk in de wind rijden en vooral goed eten en drinken. Volgens Timo Roosen, de sprintaantrekker van Dylan Groenewegen, hanteert Lotto-Jumbo de ‘gouden’ regel van negentig gram koolhydraten per uur. Dat is het maximale wat een renner kan opnemen. In een snelle rit zijn dat ongeveer drie ‘items’ per uur: een gelletje, een reep of een bidon. Er zit dan al wat energie in: “‘s ochtends is het vreten, vreten, vreten. Je eet zoveel als je kan.”

Roosen had zeven of acht bidons weggedronken. Iets meer dan gebruikelijk, want als de temperatuur boven de dertig graden is, lengt de ploeg de sportdrank aan. Zo kan een renner meer vocht opnemen.

Al vier dagen liggen de temperaturen boven de dertig graden. Het is niet verschrikkelijk heet, zoals het in de Ronde van Spanje weleens kan zijn, maar warm genoeg om de lucht op sommige punten vlak boven het wegdek te doen trillen. Voor de renners een zware opgave, ook al is er af en toe een briesje om wat te verfrissen.

Lilian Calmejane, die vorig jaar Robert Gesink nog van een etappezege afhield, liet op Twitter weten dat zijn zondag had bestaan uit het verwerken van veertien bidons. Dat is ook zo ongeveer het aantal dat Koen de Kort er op een dag doorheen werkt, aldus de Trek-renner gisterochtend bij de start van de etappe in kustplaats La Baule.

Verkoeling is immers ontzettend belangrijk, om de temperatuur van het lichaam laag te houden. Koelt het lichaam niet af, dan heeft de wielrenner minder kracht in de benen en minder uithoudingsvermogen om lang door te gaan. Bidons met water worden dan ook regelmatig over het hoofd gegooid. Wel even oppassen, er zijn dus ook bidons met sportdrank. Bij Trek staan die met een X aangemerkt.

Het ging gisteren langzaam in het peloton, en dus was aan twee ‘items’ per uur genoeg. De Kort at broodjes en repen in het begin van de rit, en gelletjes aan het eind. “Die krijg je dan beter weg.”

Als er eenmaal gekoerst wordt, gaan al die spullen overboord. Dan wordt er keihard gereden. En komt Minnaard met het stof op zijn neus bij de teambus aan. “Het ging echt heel lang rustig. Tot die laatste kilometers. Er werd denk ik wel drie keer gevallen. Je dan weer in gang trekken, dat is niet fijn hoor.”

tweede ritzege voor gaviria
Fernando Gaviria won gisteren zijn tweede etappe deze Tour. In een iets oplopende sprint over een viaduct versloeg hij Peter Sagan en André Greipel. Het geel bleef voor de Belg Greg van Avermaet. De klassementsrenners verloren geen tijd. Steven Kruijswijk ging wel onderuit, maar haalde zijn schouders op over de schaafwonden op knie en elleboog. “Dat loopt wel los”, zei hij.